Retoucheergereedschappen binnen PS CC2015 (voor fotografen) uitgediept Deel II

Voor De Fotoblogger maakte ik rond 2015 een uitleg Photoshop CC.
Daar is de uitleg niet meer beschikbaar en omdat er toch nog heel veel bruikbare tips in deze uitleg staan, host ik het nu op mijn eigen websites.

Met de Photoshop retoucheergereedschappen kunnen we onvolkomenheden in de afbeelding wegwerken of een deel van de afbeelding verfraaien. Omdat er veel gereedschappen (16 in totaal) binnen deze categorie vallen, splitsen we het artikel op in twee delen over twee verschillende publicaties.

 

Deel I omvat: Deel II omvat: In deze artikelen wordt het retoucheergereedschap in relatie tot de optiebalk verder uitgelegd.

Verslepen = met de linkermuisknop ingedrukt een object elders naar toe schuiven en op de gewenste plek de linkermuisknop loslaten.

Slepen = met de linkermuisknop ingedrukt over het canvas/afbeelding bewegen.

De iconen van het gummetje, vervagen en tegenhouden kunnen worden uitgevouwen door op het kleine driehoekje in de rechter onderhoek te klikken, zodat verborgen onderliggende gereedschappen zichtbaar worden. Je kunt ook met rechts klikken op het gereedschap waar een driehoekje bij staat, dan worden onderliggende gereedschappen tevens zichtbaar. Als je met de muis boven het gereedschap gaat hangen, verschijnt de naam van het gereedschap en de eventuele sneltoets. Het gummetje en de onderliggende sub-gereedschappen kunnen het uiterlijk aannemen van een penseel, een potlood of een blok.

Gummetje

Met het gummetje geef je de pixels de achtergrondkleur of maak je ze transparant. Op een laag die transparantie ondersteunt, maakt dit gereedschap pixels transparant. Op een laag met de naam Achtergrond tekent het gereedschap Gummetje met de achtergrondkleur. Met het gummetje kun je ook een bepaald gebied zo bewerken dat het wordt hersteld tot een staat die in het deelvenster Historie is geselecteerd. Als het Historie venster niet zichtbaar is: in de Menubalk > Venster > Historie. Na opslaan van het document/de afbeelding kunnen aanpassingen met het Gummetje niet ongedaan worden gemaakt: weg is weg in dit geval. (ook al sla je de afbeelding op als Tiff of PSD). Als je kunt werken met (aanpassings)lagen en maskers, is “verwijderen” door middel van een masker een betere optie. Je werkt dan wél niet-destructief en kunt corrigeren zoveel je wilt. Ook later als je de afbeelding hebt opgeslagen als Tiff of PSD.

Optiebalk Gummetje

Penseelkiezer:

Als je op het driehoekje aan de rechterkant klikt naast het getal, opent het vervolgvenster Penseelkiezer waar je kunt aangeven welke eigenschappen je penseel moet hebben.

 

 

Bij Grootte kun je de (tijdelijke) grootte instellen van het penseeluiteinde. Naar rechts schuiven is groter. Je kunt ook een waarde voor het formaat intypen.

Als je bij Hardheid de schuif naar rechts sleept, wordt het uiteinde van het penseel harder. Je kunt ook een waarde voor de hardheid intypen. Deze optie is alleen beschikbaar voor ronde en vierkante penselen .

Je kunt met ingedrukte linkermuisknop op de cirkel slepen om de hoek en de ronding op het oog te veranderen.

In het voorbeeldvenster kun je een penseel aanklikken uit de penselenbibliotheek.

Voorinstelling penseel in- of uitschakelen: Als dit venster openstaat kun je het penseel naar behoefte aanpassen. Het venster bevat een groot aantal opties waarmee je dynamische (of veranderende) elementen aan vooraf ingestelde penseeluiteinden kunt toevoegen. Je kunt bijvoorbeeld opties instellen om de grootte, kleur en dekking van de streeksporen gaandeweg de penseelstreek te wijzigen.

 

 

Gummodus:

Penseel: De standaardmodus Penseel geeft je dezelfde opties Dekking, Stroom en Airbrush als het gereedschap Penseel. Hieronder wordt de werking nader beschreven.

Potlood: De modus Potlood laat nog wel een schuifregelaar voor Dekking zien, maar de opties Stroom en Airbrush zijn niet beschikbaar, vergelijkbaar dus met het gereedschap Potlood.

Blok: Bij de modus Blok heb je een vierkant gereedschap Gum, dat gumt in het formaat van de muisaanwijzer.

Dekking voor gummetje instellen: Geef een waarde op in het tekstvak Dekking om het dekkingspercentage van de bedekking in te stellen of versleep de waarde met de schuifregelaar. Dekking heeft betrekking op alles wat zich in de laag bevindt. Inclusief eventuele effecten. Als de waarde verminderd wordt, zul je zien dat de hele laag uiteindelijk transparant wordt. Als je in een gebied tekent of kloont overschrijdt de dekking de ingestelde waarde niet voordat je de muisknop loslaat, ongeacht het aantal malen dat je de aanwijzer over het gebied verplaatst. Als je nogmaals in het gebied tekent, pas je aanvullende kleur toe, in overeenkomst met de dekking die je hebt ingesteld. Een dekking van 100 procent betekent dat de kleur volledig ondoorzichtig is.

Druk voor dekking: Knop voor tabletdruk. Gebruik de pendruk om de instellingen voor dekking en formaat in het deelvenster Penseel te overschrijven.

Strm = Vloeisnelheid voor streek instellen: Vulling/Stroom heeft alleen betrekking op de pixels in de laag. Dus effecten blijven volledig zichtbaar. Hiermee stel je de snelheid in waarmee de kleur (het te klonen gebied) wordt toegepast wanneer je de aanwijzer over een gebied verplaatst. Terwijl je in een gebied tekent en de muisknop ingedrukt houdt, neemt de hoeveelheid kleur toe op basis van de ingestelde stroom, tot de ingestelde dekking is bereikt. Als je bijvoorbeeld de dekking op 50% instelt en de strm op 10%, verplaatst de kleur van een gebied zich iedere keer dat je over een gebied tekent met 10% tot het maximum van het ingestelde dekkingspercentage van 50. Als je de muisknop loslaat en nogmaals over het gebied tekent kun je weer met een vloeisnelheid van 10% per streek tekenen tot een dekking van 50%..

Icoon Opbouweffecten met airbrush-stijl: Hiermee simuleer je het verven met een airbrush. Wanneer je de muisaanwijzer over een gebied verplaatst, neemt de hoeveelheid verf toe als je de muisknop ingedrukt houdt. De opties voor de hardheid, dekking en stroom van het penseel bepalen hoe snel en hoeveel verf wordt toegepast. Klik op de knop om deze optie in of uit te schakelen.

Wissen in historie opnemen: Als deze optie is aangevinkt gedraagt het gereedschap Gummetje zich net als het gereedschap Historiepenseel. De pixels waar je overheen tekent keren terug naar de geselecteerde staat in het deelvenster Historie.

Het icoon druk voor grootte is van belang als je een tekentablet of compatibele pen gebruikt. Je kunt met de druk die je op de pen uitoefent de breedte van het gereedschap variëren.

Achtergrond gummetje

Achtergrond gummetje: Met het gereedschap Achtergrondgummetje verwijder je een achtergrond uit je afbeelding. Digitale afbeeldingen hebben eigenlijk geen echte achtergronden, voorgronden en onderwerpen. Ze bestaan uit een aantal kleine gekleurde vierkantjes (pixels). Je kunt op elke kleur in de afbeelding klikken en slepen om die kleur uit de afbeelding te verwijderen, waardoor dat gedeelte transparant wordt. Met behulp van de verschillende opties in de Optiebalk voor het nemen van monsters en tolerantie bepaal je het bereik van de transparantie en de scherpte van de randen. Als je de achtergrond van een object met complexe of onregelmatige randen wilt verwijderen, gebruik je Snelle selectie.

Het Achtergrondgummetje heeft de vorm van een penseel. Als je het achtergrondgummetje gebruikt, wordt er een monster genomen van de kleur in het middelpunt van het penseel, de zogenaamde hotspot (wordt aangegeven met een dradenkruis). Dat is de kleur die vervolgens wordt uitgegumd. Verder worden aan de randen van het voorgrondobject alle restkleuren verwijderd, zodat er geen krans rond het object ontstaat als het later in een andere afbeelding wordt geplakt.

Pas op: na opslaan van het document/afbeelding kunnen aanpassingen met het Achtergrond gummetje niet ongedaan worden gemaakt. De bewerking is dus destructief.

Optiebalk Achtergrond gummetje

 

Penseelkiezer: Als je op het driehoekje aan de rechterkant klikt naast het getal, opent het vervolgvenster Penseelkiezer waar je kunt aangeven welke eigenschappen je penseel moet hebben. In de vakjes kun je een waarde invullen of instellen met de schuifregelaar.

Bij Grootte kun je de (tijdelijke) grootte instellen van het penseeluiteinde. Naar rechts schuiven is groter.

Als je bij Hardheid de schuif naar rechts sleept, wordt het uiteinde van het penseel harder. Deze optie is alleen beschikbaar voor ronde en vierkante penselen .

Tussenruimte: hiermee bepaal je de afstand tussen de afzonderlijke streeksporen in een penseelstreek. Een hogere waarde zorgt er voor dat het penseel delen overslaat.

De waarde Hoek en Ronding van het penseel kun je invullen, maar je kunt ook met ingedrukte linkermuisknop op de cirkel slepen om de hoek en de ronding op het oog te veranderen.

In het uitrolmenu Grootte: kies Pendruk om de variatie op de pendruk te baseren. Kies Pendrukschijf om de variatie te baseren op de positie van de draaischijf van de pen. Selecteer Uit als je geen variatie wilt aanbrengen in de grootte. Penbesturingselementen zijn alleen beschikbaar wanneer je gebruikmaakt van een drukgevoelig digitaal tekentablet en compatibele pennen.

Bij Tolerantie: hiermee bepaal je het bereik van de transparantie en de scherpte van de randen. (voor pendruk en pendrukschijf: zie uitleg hierboven bij Grootte).

Icoon Monsters nemen van doorgaand: Hierbij worden continu monsters van de kleuren genomen terwijl je sleept.

Icoon Monsters nemen eenmaal: Hierbij wordt alleen de kleur vervangen/uitgegumd in gebieden die de kleur bevatten waarvan je bij de eerste muisklik een monster hebt genomen.

Icoon Monsters nemen achtergrondstaal: Hierbij worden alleen de gedeelten vervangen/uitgegumd die de huidige achtergrondkleur bevatten.

Limieten:
niet aangrenzend Hiermee wordt de monsterkleur vervangen/uitgegumd op elke plaats onder de aanwijzer.
aangrenzend Als je aangrenzend inschakelt, wordt alleen de kleur binnen een aaneengesloten gebied verwijderd/uitgegumd.
Randen zoeken Als je aangrenzende gebieden met de monsterkleur wilt vervangen/uitgummen, waarbij de scherpte van de randen van het object beter behouden blijft.

Tolerantie:
Bij een lage tolerantie werkt het gummetje alleen op kleuren die heel erg lijken op de monsterkleur.
Bij een hogere tolerantie worden ook minder nauwkeurig overeenkomende kleuren uitgegumd/vervangen.

Voorgrondkleur beschermen: Vink Voorgrondkleur beschermen aan om te voorkomen dat gebieden met de in de gereedschapset gekozen voorgrondkleur worden uitgegumd.

Het icoon druk voor grootte is van belang als je een tekentablet of compatibele pen gebruikt. Je kunt met de druk die je op de pen uitoefent de breedte van het gereedschap variëren.

Gereedschap Tovergummetje

Tovergummetje:
Als je met het Tovergummetje in een laag klikt, worden alle overeenkomende pixels in een laag transparant gemaakt. Als je in een laag met vergrendelde transparantie werkt, nemen de pixels de achtergrondkleur aan. Als je in de achtergrond klikt, wordt deze omgezet in een laag en worden alle vergelijkbare pixels transparant.

Je kunt het effect van het Tovergummetje beperken tot uitsluitend aangrenzende pixels of je kunt het effect op alle overeenkomende pixels in de huidige laag laten toepassen. Net als het gereedschap Toverstaf beslis je op de optiebalk of het gereedschap effect heeft op de actieve laag of op alle lagen en stel je de gevoeligheid in met de optie Tolerantie. Bij het gereedschap Tovergummetje kun je een dekkingspercentage instellen, zodat pixels gedeeltelijk worden verwijderd.

Pas op: na opslaan van het document/afbeelding kunnen aanpassingen met het Achtergrond gummetje niet ongedaan worden gemaakt. De bewerking is dus destructief.

Optiebalk Tovergummetje:

 

 

Toler(antie):
Voer een tolerantiewaarde in (of sleep met het aanwijsvingertje de waarde) om het bereik te bepalen van de kleuren die worden uitgegumd. Bij een lage tolerantie heeft het tovergummetje alleen effect op kleuren die zeer sterk overeenkomen met de kleur waarop je klikt. Met een hoge tolerantie breid je het bereik uit van de kleuren die worden uitgegumd.

Anti-alias:
Vink Anti-aliased aan als je de randen van het uitgegumde gebied vloeiend wilt maken. Wat is Anti-alias? Ronde en diagonale lijnen maken de randen kartelig (pixelig). Hiermee maak je oneffen randen van vloeiender door de overgang tussen randpixels en achtergrondpixels te verzachten. Er gaan geen details verloren, aangezien alleen de randpixels worden gewijzigd. Anti-aliasing is beschikbaar voor de gereedschappen Lasso, Veelhoeklasso, Magnetische lasso, Ovaal selectiekader en Toverstaf. Je dient deze optie op te geven voordat je deze gereedschappen gebruikt. Als je eenmaal een selectie hebt gemaakt, kun je geen anti-alias meer aanklikken.

 

 

Aangrenzend: Vink Aangrenzend aan als je alleen de pixels wilt uitgummen die direct grenzen aan de pixel waarop je klikt of vink deze optie uit als je het effect wilt laten toepassen op alle overeenkomende pixels in de afbeelding.

Monster nemen van alle lagen: Vink Monster nemen van alle lagen aan als je de uit te gummen kleur wilt laten bepalen op basis van gegevens uit alle zichtbare lagen.

Dekking: Geef een dekking op om te bepalen hoe sterk het effect van het gummetje moet zijn. Bij een dekking van 100% worden de pixels volledig uitgegumd. Bij een lagere dekking worden de pixels gedeeltelijk uitgegumd.

Gereedschap Vervagen

 

Vervagen Met het gereedschap Vervagen worden harde randen verzacht of details in een afbeelding verminderd. Hoe meer je met dit gereedschap over een gebied tekent, hoe vager het gebied wordt. Door selectief te vervagen kun je kleine foutjes verbergen zodat de gebieden waar verscherping is aangebracht de aandacht van de kijker trekken.

Optiebalk vervagen:

 

 

Penseel kiezer en Voorinstelling penseel: is gelijk aan de opties bij het Gummetje (naar boven)

Modus: De modus bepaalt hoe de pixels in een afbeelding reageren op het gereedschap.

Vooraf:
De basiskleur is de originele kleur in de afbeelding.
De werkkleur is de kleur die met het teken- of bewerkgereedschap wordt aangebracht.
De resultaatkleur is de kleur die het resultaat is van de bewerking.

Normaal: Dit is de standaardmodus.

Donkerder: In deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de basiskleur of de werkkleur geselecteerd als resultaat. De donkerste van de twee kleuren wordt gebruikt. Pixels die lichter zijn dan de werkkleur worden vervangen en pixels die donkerder zijn dan de werkkleur blijven ongewijzigd.

Lichter: in deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de basiskleur of de werkkleur geselecteerd als resultaat. De lichtste van de twee kleuren wordt gebruikt. Pixels die donkerder zijn dan de werkkleur worden vervangen en pixels die lichter zijn dan de werkkleur blijven ongewijzigd.

Kleurtoon: In deze modus ontstaat een resultaat met de luminantie en verzadiging van de basiskleur en de kleurtoon van de werkkleur.

Verzadiging: In deze modus ontstaat een resultaat met de luminantie en kleurtoon van de basiskleur en de verzadiging van de werkkleur. Als je in deze modus een gebied bewerkt met een sterkte van 0 blijven de pixels ongewijzigd.

Kleurbedekking: In deze modus ontstaat een resultaat met de luminantie van de basiskleur en de kleurtoon en verzadiging van de werkkleur. Daarbij blijven de grijswaarden in de afbeelding behouden.

Lichtsterkte: In deze modus ontstaat een resultaat met de kleurtoon en verzadiging van de basiskleur en de luminantie van de werkkleur.

Sterkte: De standaardwaarde van 50% bij de optie Sterkte is waarschijnlijk veel te hoog. Pas deze daarom naar beneden aan.

Monster nemen van alle lagen: Vink Monster nemen van alle lagen op de optiebalk aan als je wilt vervagen met gegevens uit alle zichtbare lagen. Aanvinken van de optie is ook handig als je de vervaging wilt uitvoeren op een nieuwe lege laag bovenop de lagenstapel, zodat de pixels in de onderliggende lagen niet worden aangepast (dit is niet destructief werken). Als deze optie niet is aangevinkt gebruikt het gereedschap alleen gegevens uit de actieve laag.

Icoon druk voor grootte: Het icoon druk voor grootte is van belang als je een tekentablet of compatibele pen gebruikt. Je kunt met de druk die je op de pen uitoefent de breedte van het gereedschap variëren.  

Gereedschap Verscherpen

Met het gereedschap Verscherpen verhoog je het contrast langs de randen, zodat deze scherper lijken. Hoe meer je met dit gereedschap over een gebied tekent, hoe duidelijker het effect van het verscherpen. Breng details naar voren en leg er de aandacht op door selectief te verscherpen.

Optiebalk Verscherpen:

 

 

De resultaten van de opties Verscherpen zijn vergelijkbaar met de opties in de Optiebalk vervagen. Vink details beschermen aan om artifacten te voorkomen.

Een veel gebruikte en handige methode om te verscherpen is met het filter Hoogdoorlaat. Maak met Ctrl+J een kopie van de laag (1) Ga in de Menubalk naar Filter > Overige > Hoogdoorlaat (2) De kopielaag in het lagenvenster wordt nu grijs en er opent een vervolgvenster Hoogdoorlaat (3) Afhankelijk van de resolutie van je afbeelding kies je een straal. Zet de overvloeimodus van de laag op Zwak licht (4)

 

 

Om te voorkomen dat er kleurvervuiling optreedt kun je nog een aanpassingslaag verzadiging toevoegen (1), waarbij de verzadiging helemaal naar links wordt geschoven en wordt gereduceerd tot alleen maar grijstonen (2).

 

 

Vervolgens zorg je er voor dat de aanpassingslaag alleen effect heeft op de direct daaronder liggende laag door er een Uitknipmasker van te maken. Druk de Alt toets in en ga met je muis tussen de beide lagen hangen en klik. Tussen de beide lagen staat nu een pijltje.

 

 

Daarna kun je in de aanpassingslaag met een zwart penseel het gebied dat je niet wilt verscherpen uitmaskeren. Zie onder.

 

Gereedschap natte vinger

Met het gereedschap Natte vinger simuleer je het effect dat je ziet wanneer je met een vinger door natte verf gaat. Het gereedschap neemt de kleur over van de plaats waar de streek begint en duwt deze in de richting waarin je sleept. Het gereedschap kun je bijvoorbeeld ook gebruiken op maskers of Alfa kanalen. Het kan helpen bij het selecteren/maskeren van kort stekelig haar op drukke achtergronden.

Optiebalk natte vinger:

 

De resultaten van de opties Natte vinger zijn vergelijkbaar met de opties in de Optiebalk vervagen. Vink details beschermen aan om artifacten te voorkomen.

Schakel Vingerverf op de optiebalk in als je de voorgrondkleur aan het begin van elke streek wilt uitsmeren. Als deze optie is uitgeschakeld, gebruikt de Natte vinger de kleur die zich aan het begin van elke streek onder de cursor bevindt. Als je de optie Vingerverf wilt gebruiken, houd je Alt ingedrukt en sleep je met het gereedschap Natte vinger.

 

Gereedschap Tegenhouden

Met het gereedschap Tegenhouden en Doordrukken kun je delen van je afbeelding met penseelstreken iets oplichten of juist iets donkerder maken, zodat het samenspel tussen Hooglichten en Schaduwen interessanter wordt. Denk daarbij aan portretten of plooien in kleding. Dit kun je niet-destructief doen door een kopie van de laag te maken.

Datzelfde kun je met een 50% grijslaag en een penseel erg mooi en niet-destructief doen (dat wil zeggen niet op de afbeelding zelf, maar op een aparte laag die altijd weer is aan te passen).

Open een afbeelding (1)
Maak een nieuwe Laag (2)
Sneltoets Shift+F5 of Bewerken (3) > Vullen
Kies in het Vullen Venster 50% Grijs (4)
Laag T+D is nu gevuld met grijs. Zet de Overvloeimodus (5) op Zacht licht
Kies een Penseel (6) met een Strm (7)(= vloeisnelheid voor streek instellen) van 3%
Klik op de grijze laag en schilder met afwisselend Zwart [=donkerder dus doordrukken]
en Wit (8) [is lichter en dus tegenhouden] als voorgrondkleur op de afbeelding. Snel wisselen tussen Zwart en Wit kan met de Sneltoets X. Hooglichten en schaduwen accentueren met penseel op 50% grijslaag.

 

 

Tegenhouden:

Het gereedschap Tegenhouden maakt lichter.

 

Optiebalk Tegenhouden:

 

 

De opties van de penseelkiezer en deelvenster penseel zijn gelijk aan de opties bij het Gummetje.

Bereik:
Schaduwen: hiermee wijzig je de donkere gebieden.
Middentonen: hiermee wijzig je het middelste bereik van grijswaarden.
Hooglichten: hiermee wijzig je de lichte gebieden.

Belichting: Begin met een lage waarde. Teken voorzichtig en liever meermaals over hetzelfde gebied dan dat je meteen voor een belichting van 50 procent kiest.

Icoon Opbouweffecten met airbrush-stijl: Hiermee simuleer je het verven met een airbrush. Wanneer je de muisaanwijzer over een gebied verplaatst, neemt de hoeveelheid toe als je de muisknop ingedrukt houdt. Klik op de knop om deze optie in of uit te schakelen.

Kleurtinten beschermen: Wanneer je met de gereedschappen Tegenhouden en Doordrukken werkt, is het vrijwel altijd een goed idee om de optie Kleurtinten beschermen op de optiebalk in te schakelen. Met deze optie beschermen de gereedschappen de kleur beter en worden details in schaduwen en hooglichten ook beter behouden.

Icoon druk voor grootte: Het icoon druk voor grootte is van belang als je een tekentablet of compatibele pen gebruikt. Je kunt met de druk die je op de pen uitoefent de breedte van het gereedschap variëren.

Gereedschap doordrukken

Doordrukken
Het gereedschap Doordrukken maakt donkerder. Ezelsbruggetje: Doordrukken = Donkerder. Als je het gereedschap gebruikt begin dan met een lage waarde. Teken voorzichtig en liever meermaals over hetzelfde gebied dan dat je meteen voor een belichting van 50 procent kiest.

Optiebalk Doordrukken:

 

 

De mogelijkheden genoemd bij de Optiebalk Tegenhouden zijn dezelfde als voor de Optiebalk Doordrukken.

Gereedschap Spons

Spons
Wat doet het gereedschap Spons?
Met het gereedschap Spons breng je kleine wijzigingen aan in de kleurverzadiging door over de gewenste gebieden te slepen. In grijswaardenafbeeldingen verhoogt of verlaagt de spons het contrast door de grijsniveaus van of naar de middelste grijswaarde te brengen. Het verlagen van de verzadiging met het gereedschap Spons is een fantastische manier om een afbeelding te maken die gedeeltelijk uit grijswaarden bestaat.

Optiebalk spons:

Tekenmodus:
Bij de tekenmodus kun je kiezen uit 2 mogelijkheden:
Verzadiging: hiermee versterk je de verzadiging van de kleur.
Minder verzadiging: hiermee verzwak je de verzadiging van de kleur. Met de optie minder verzadiging was je als het ware de kleuren uit, alsof je een spons over een waterverf of aquarel haalt. Met de optie Verzadiging maak je de kleuren juist feller.

Vink de optie Levendigheid aan of uit om het uitsnijden van volledig verzadigde of volledig niet-verzadigde kleuren tot een minimum te beperken. Met Levendigheid pas je de verzadiging aan, zodat zo weinig mogelijk kleuren worden bijgesneden, naarmate de kleuren volledig verzadigd raken. Door deze aanpassing wordt de verzadiging van minder verzadigde kleuren meer verhoogd dan die van kleuren die al zijn verzadigd. Levendigheid voorkomt ook dat huidtonen oververzadigd raken. Als het je bedoeling is om de verzadiging van een groot gebied te bewerken is het beter om een aanpassingslaag Kleurtoon/Verzadiging in het lagenvenster te maken en delen plaatselijk te maskeren. Daarna kun je desgewenst de dekking aanpassen.

De overige opties en iconen zijn gelijk aan de mogelijkheden genoemd in de Optiebalk Gummetje helemaal bovenaan dit artikel.  

 

Bron o.a.: https://helpx.adobe.com/nl/photoshop.html

In deze serie verscheen ook:

De basis van Adobe Photoshop voor beginners

Het verplaatsen binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Het Selectiegereedschap binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Uitsnijdgereedschappen binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Meetgereedschappen binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Retoucheergereedschappen binnen PS CC2015 (voor fotografen) uitgediept Deel I

Tekengereedschap uitgediept binnen PS CC2015.1 (voor fotografen) uitgediept (onder constructie).

Tekst- en tekengereedschappen binnen PS CC2015.1 (voor fotografen) uitgediept

Navigatiegereedschappen en overige binnen PS CC2015.1 (voor fotografen) uitgediept. (onder constructie)