Uitsnijdgereedschappen binnen PS CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Voor De Fotoblogger maakte ik rond 2015 een uitleg Photoshop CC.
Daar is de uitleg niet meer beschikbaar en omdat er toch nog heel veel bruikbare tips in deze uitleg staan, host ik het nu op mijn eigen websites.

 

Uitsnijden gebruiken we om een gedeelte van een afbeelding te verwijderen of om de compositie te versterken. Je kunt afbeeldingen uitsnijden met het gereedschap Uitsnijden [in het Engels: Crop Tool] en met de opdracht Uitsnijden. Gebruik in dat geval een selectiegereedschap om het gedeelte van de afbeelding dat je wilt bewaren te selecteren. Kies in het Menu: Afbeelding > Uitsnijden. Het Uitsnijdgereedschap is niet bedoeld om een afbeelding qua zwaarte ter verkleinen. Daarvoor gebruik je de opdracht in het Menu: Afbeelding > Afbeeldingsgrootte. Sneltoets voor het Uitsnijdgereedschap is C. (van het Engelse Crop).

Het Segment Selectie gereedschap wordt gebruikt om een Segment [in het Engels: Slice] verder te bewerken. Segmenten verdelen een afbeelding in kleinere afbeeldingen en worden bijvoorbeeld in een webpagina opnieuw samengesteld met behulp van webdesign elementen. Omdat we ons in deze uitleg vooral richten op fotografie laten we dit gereedschap hier onbesproken. In deze uitleg wordt het uitsnijdgereedschap in relatie tot de optiebalk verder uitgelegd.

 

Het uitsnijdgereedschap:

Het icoon van het uitsnijdgereedschap kan worden uitgevouwen door op het kleine driehoekje in de rechter onderhoek te klikken, zodat verborgen onderliggende gereedschappen zichtbaar worden. Je kunt ook met rechts klikken op het gereedschap waar een driehoekje bij staat, dan worden onderliggende gereedschappen tevens zichtbaar. Als je met de muis boven het gereedschap gaat hangen, verschijnt de naam van het gereedschap en de eventuele sneltoets.

Verslepen = met de linkermuisknop ingedrukt een object elders naar toeschuiven en op de gewenste plek de linkermuisknop loslaten.

Slepen = met de linkermuisknop ingedrukt over het canvas/afbeelding bewegen.

Met het uitsnijdgereedschap zet je een uitsnijdgebied op de afbeelding. Zodra je het gereedschap aanklikt verschijnen de hoeken en randhandgrepen rond je afbeelding. De verhoudingen kun je instellen in de Optiebalk, zodat deze automatisch worden aangehouden. Je kunt er ook voor kiezen om de grenzen handmatig “op het oog” in te stellen en dat doe je door de hoeken en randhandgrepen naar binnen te slepen. Met de Shift toets + een hoek slepen blijven de verhoudingen behouden. Met de Alt toets + een hoek worden verhoudingen vanuit het midden behouden. Het deel van de afbeelding dat wordt weggesneden wordt doorzichtig getoond. Dit heet het uitsnijdschild. Door te slepen op de afbeelding met uitsnijdgebied dat kleiner is dan de afbeelding kun je de afbeelding in zijn totaliteit herpositioneren onder het uitsnijdraster. Slepen aan de buitenkant van het uitsnijdgebied laat de afbeelding roteren (je ziet dan aan de buitenkant een gebogen dubbel pijltje).

Optiebalk uitsnijden:

 

Oorspronkelijke verhoudingen: Is de verhouding breedte-hoogte die de afbeelding heeft. Je kunt er voor kiezen om zelf de verhouding van het uitsnijdgebied in te vullen.

Tip: Je kunt een afbeelding uitsnijden met afmetingen van een ander beeld. Om dit te doen open je beide documenten en ga je naar de afbeelding waarvan je de afmetingen wilt kopiëren. Ga met het Uitsnijdgereedschap geselecteerd naar de uitsnijdafmetingen in de Optiebalk en kies in het uitrolmenu Voorste afbeelding of Sneltoets I.
Ga dan naar het tweede document. Dan is het uitsnijdgereedschap met de afmetingen van het eerste beeld actief.

Als je het icoon: breedte en hoogte wisselen aanklikt, verandert het uitsnijdgebied van portret-formaat naar landschapformaat en andersom. Als het uitsnijdgereedschap is geselecteerd kun je dit ook doen met de X-toets.

De knop wissen wist ingevulde waarden.

Door op het icoon: rechttrekken te klikken kun je door middel van klikken op de afbeelding een lijn slepen op een schuine lijn van bijvoorbeeld de horizon om deze recht te trekken.

De bedekkingsopties tonen een bedekkingsraster [Overlay in het Engels] op de afbeelding (mits de desbetreffende overlay optie is aangevinkt in de Optiebalk) en zijn een hulpmiddel om een aansprekende compositie uit te snijden. Als de compositie van de foto voldoet aan één van de “regels” ontstaat er een voor het oog aantrekkelijk beeld. Klik het uitsnijdgereedschap aan in het Gereedschapvenster, sleep en als je de muisknop loslaat staat er een raster op de afbeelding. Met de O-toets kun je door de verschillende bedekkingsopties bladeren.

Met de pijltjestoetsen op het toetsenbord kun je het bedekkingsraster een pixel naar boven, onderen, links en rechts verplaatsen. Als je het bedekkingsraster 10 pixels tegelijkertijd wilt verplaatsen: Shift + pijltjes toets.

 

Bijsnijden bevestigen doe je door op de Entertoets te drukken, door in de Optiebalk te klikken op de knop: Vastleggen (het vinkje), door te dubbelklikken of de afbeelding met uitsnijdraster of door met rechts te klikken op de afbeelding en in het contextmenu te kiezen voor: Uitsnijden. Het bijsnijden heeft effect op alle lagen in het Lagenvenster.

Tip: Als je één laag uit de lagenstapel in Lagenvenster wilt bijsnijden kun je een selectie maken met het rechthoekig selectiekader en deze omkeren door middel van de toetsen Ctrl+Shift+I of in het Menu: Selecteren > Selectie omkeren en de toets Delete indrukken. Alle omringende pixels worden nu verwijderd (en is destructief, tenzij je een kopie van de afbeelding met het oogje uitgeschakeld in het Lagenvenser in het TIFF of PSD bestand opslaat).

 

 

Bijsnijden annuleren doe je door in de Optiebalk te klikken op het icoon: Annuleren (de cirkel met een streep er door), door met rechts te klikken op de afbeelding en in het contextmenu te kiezen voor: Annuleren, door de Esc toets in te drukken of door op een ander gereedschap te klikken en in het vervolg venster te kiezen voor: Niet Bijsnijden.

 

Hierboven is mooi geïllustreerd dat acties met hetzelfde resultaat in Photoshop op 1001 manieren uitgevoerd kunnen worden. Onthoudt wat voor jezelf de beste werkwijze is, maar we raden je aan de sneltoetsen te leren.

Regel van derden: Het raster deelt de afbeelding op in derden, horizontaal en verticaal in totaal negen delen. De bedekking van de uitsnijding wordt bepaald op basis van de opties voor breedte en hoogte in de optiebalk. Je kunt nu het hoofdonderwerp en/of de horizon op een 1/3 snijpunt van de lijnen zetten.

 

 

Raster: Hiermee plaatst je een raster op de afbeelding. Je kunt het raster gebruiken om objecten preciezer te plaatsen voordat je de afbeelding uitsnijdt.

 

 

Diagonaal: Bij deze compositieregel liggen de aandachtspunten vaak op een van de vier diagonalen die vanuit elke hoek van een vierkant worden getrokken.

 

 

Driehoek: Bij deze compositieleidraad zijn bepalende beeldelementen gerangschikt volgens een zichtbare driehoeksvorm. Met Shift+O kun je de oriëntatie wijzigen.

 

 

Gulden snede: Wanneer je beeldbepalers langs één van de lijnen en kruispunten van dit raster positioneert, wordt de foto visueel aantrekkelijk.

 

 

Gouden spiraal: Is een meetkundig figuur en wordt ook Gulden snede genoemd. Als het onderwerp waarop je nadruk wilt leggen in het oog van de draaiing valt, maak je een aantrekkelijke compositie. Met Shift+O kun je het figuur draaien en in andere hoeken zetten.

 

 

Er zijn drie overlay-instellingen in de Optiebalk.
Overlay automatisch tonen: het uitsnijdraster verschijnt alleen als je daadwerkelijk aan het uitsnijden bent.
Overlay altijd tonen: het uitsnijdraster is altijd zichtbaar.
Nooit overlay tonen: het uitsnijdraster wordt niet getoond.

Extra opties instellen: Bij de Laatste 2 Photoshop versies is er nogal iets veranderd aan het uitsnijdgereedschap. Als je liever de oude methode wilt blijven gebruiken kun je bij het tandwiel in de Optiebalk kiezen voor: Klassieke modus gebruiken.

Als je niet voor de Klassieke modus kiest, kun je hier nog 3 andere opties aanklikken.

  1. Uitgesneden gebied tonen: als je deze uitvinkt, zie je exact hoe de uitgesneden versie van de afbeelding gaat worden. Het uitsnijdschild (het deel dat weggesneden gaat worden) is niet meer zichtbaar op het canvas. Met de Sneltoets H (van het Engelse Hidden =verbergen) kun je snel schakelen tussen wel en niet zichtbaar.
  2. Voorvertoning automatisch centreren: standaard staat deze aangevinkt, maar je kunt dit desgewenst uitvinken. Schakel deze optie in om de voorvertoning in het midden van het canvas te plaatsen.
  3. Uitsnijdschild inschakelen: als je 1. aanvinkt kun je hier de mate van dekking van het uitsnijdschild naar behoefte aanpassen en je kunt deze ook een kleur geven.

Photoshop CC2015 geeft de mogelijkheid, voordat je het uitsnijden bevestigt, de uitgesneden pixels te bewaren of definitief te verwijderen door het icoon: uitgesn. pixels verw. aan of uit te vinken. Als je de uitgesneden pixels wilt bewaren moet je de optie uitvinken en de afbeelding opslaan als TIFF of PSD. De totale afbeelding is qua zwaarte niet verkleind, want in feite zijn alle pixels nog steeds aanwezig alleen niet zichtbaar. De achtergrondlaag wordt in dit geval hernoemd naar een gewone laag. Als je de afbeelding anders dan als TIFF of PSD (bijv. jpeg) opslaat, worden de uitgesneden pixels verwijderd, ook al heb je uitgevinkt dat ze bewaard moeten blijven. De achtergrondlaag wordt niet hernoemd.
Als je het TIFF- of PSD bestand opent en het uitsnijdgereedschap selecteert en op de afbeelding klikt, worden de uitgesneden pixels weer zichtbaar.

De knop: roteren of instellingen beeldverhouding herstellen, herstelt alle uitsnijd instellingen op de afbeelding.

De knop: annuleren annuleert het bijsnijden.

De knop: vastleggen bevestigt het bijsnijden.

Je kunt voorinstellingen Uitsnijdgereedschap zichtbaar maken door op het kleine driehoekje rechts onderin het Uitsnijd-icoon boven in de Optiebalk te klikken. Als je een verhouding kiest zet dat de Optiebalk B x H resolutie in werking. De hoogte van de resolutie heeft invloed op de kwaliteit van de afbeelding en vergroot de ruimte die het bestand in beslag neemt (bij digitale opslag of in een webpagina). Deze optie is alleen nuttig als je een beeld in één keer wilt bijsnijden en vergroten of verkleinen. Meestal zul je gewoon een afbeelding willen bijsnijden zonder verkleinen. Als je een afbeelding alleen wilt verkleinen (qua zwaarte) kun je dat beter doen met de opdracht in het Menu: Afbeelding > Afbeeldingsgrootte.

 

 

Als je B x H x resolutie kiest in het menu Verhouding, wordt in de Optiebalk het veld resolutie weergegeven waarin automatisch de waarden voor breedte en hoogte worden ingevuld. Je kunt deze handmatig aanpassen en eventueel opslaan als een nieuwe voorinstelling in het uitrolmenu van de verhoudingen.

 

Optiebalk B x H resolutie:

 

Stel dat ik afbeeldingen standaard ook wil opslaan als bureaubladafbeelding. Mijn beeldscherm heeft een schermresolutie van 1920 x 1080. Als ik deze gegevens invul en in het uitrolmenu verhoudingen kies voor Nieuwe voorinstelling voor uitsnijden en in het vervolgvenster deze een naam geef, heb ik er een standaard instelling bij gemaakt.

 

 

Tip: Naast het uitsnijden van de afbeelding, kun je met het uitsnijdgereedschap als handigheidje het canvas onder de afbeelding vergroten en een gekleurd kader om de afbeelding zetten. (Normaliter gebruik je hiervoor de opdracht in het Menu: Afbeelding > Canvasgrootte). Klik in de Optiebalk op de knoppen: Verhouding en breedte en hoogte wissen. Klik op de sneltoets Ctrl+D waardoor de voorgrond- en achtergrondkleur in de standaard instellingen zwart en wit komen te staan. De achtergrondkleur wordt gebruikt voor het kader. Wil je deze dus niet wit hebben, maar zwart, klik dan op Ctrl+X om de kleuren te wisselen van plaats. Wil je een totaal andere kleur hebben, klik dan op het achterste kleuricoon van de kleurenkiezer in het gereedschapvenster. Nu opent het kleurenkiezer venster en klik met de muis op de gewenste kleur > OK.

 

 

Sleep nu met het uitsnijdgereedschap geselecteerd de hoeken en/of randhandgrepen naar buiten. Met Alt+hoek naar buiten slepen maak je een rand die aan alle zijden even groot is.

 

Uitsnijden met perspectief:

Optiebalk Uitsnijden met perspectief:

Resolutie: de resolutie kan worden aangegeven in pixels/inch of pixels/cm.

Tip: Je kunt afmetingen van een andere afbeelding kopiëren, zodat je het uitsnijden kunt baseren op die afbeelding. Open die afbeelding en klik vervolgens op de knop: Voorste afbeelding of sneltoets I. Als de afbeelding groter wordt in het document venster nadat je tot een bepaalde grootte en resolutie hebt uitgesneden, betekent dit dat je het beeld hebt vergroot door het invoeren van een te hoge resolutie in het invulvenster. Als dit niet de bedoeling is kun je kleinere getallen invoeren in de breedte en hoogte vakken, of als de kwaliteit minder van belang is, de resolutie verlagen.

De knop: raster tonen kun je aan- of uitvinken. Als je deze uitvinkt worden alleen de buitenlijnen van het perspectieve uitsnijdgereedschap getoond.

Uitsnijden annuleren doe je door in de Optiebalk te klikken op het icoon: Annuleren (de cirkel met een streep er door), door met rechts te klikken op de afbeelding en in het contextmenu te kiezen voor: Annuleren, door de Esc toets in te drukken of door op een ander gereedschap te klikken en in het vervolg venster te kiezen voor: Niet Bijsnijden.

Bijsnijden bevestigen doe je door op de Entertoets te drukken, door in de Optiebalk te klikken op de knop: Vastleggen (het vinkje), door te dubbelklikken of de afbeelding met uitsnijdraster of door met rechts te klikken op de afbeelding en in het contextmenu te kiezen voor: Uitsnijden.

Als je een onderwerp hebt gefotografeerd vanuit een hoek en je wilt dat perspectief corrigeren dan kun je het gereedschap uitsnijden met perspectief gebruiken. Je moet een object selecteren dat oorspronkelijk rechthoekig was, anders wordt wellicht niet de verwachte perspectieftransformatie bereikt. Als het onderwerp teveel is uitgerekt na het transformeren, kun je dit corrigeren door in het Menu te kiezen voor Bewerken > Transformatie of Sneltoets Ctrl+T te gebruiken.
Als je met lagen en maskers kunt werken kun je de uitgesneden afbeelding terugplaatsen op de achtergrond.

Klik op de 4 hoeken van het onderwerp dat je wilt corrigeren. In het onderstaande voorbeeld zijn de nagels meegenomen in die selectie. Er wordt een raster over het uit te snijden gebied gelegd als die mogelijkheid in de Optiebalk is aangevinkt.

 

 

Nadat het perspectief uitsnijden is bevestigd (bijv. door middel van dubbelklikken op de afbeelding) ziet de correctie er zo uit:

 

 

Door de oorspronkelijke afbeelding en het uitgesneden perspectief als lagen op elkaar te leggen en met een masker in elkaar te laten overlopen, is het totaalbeeld gecorrigeerd.

 

 

Bron o.a.: https://helpx.adobe.com/nl/photoshop.html

In deze serie verscheen ook:

De basis van Adobe Photoshop voor beginners

Het verplaatsen binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Het Selectiegereedschap binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Meetgereedschappen binnen Photoshop CC2015 (voor fotografen) uitgediept

Retoucheergereedschappen binnen PS CC2015 (voor fotografen) uitgediept Deel I

Retoucheergereedschappen binnen PS CC2015 (voor fotografen) uitgediept Deel II

Tekengereedschap uitgediept binnen PS CC2015.1 (voor fotografen) uitgediept (onder constructie).

Tekst- en tekengereedschappen binnen PS CC2015.1 (voor fotografen) uitgediept

Navigatiegereedschappen en overige binnen PS CC2015.1 (voor fotografen) uitgediept. (onder constructie)